Feeds:
Berichten
Reacties

Ondertussen zijn we weeral een aantal maanden terug van onze reis doorheen Latijns-Amerika. Hoog tijd dus om nog eens iets van ons te laten weten.

We hebben intussen de handen uit de mouwen gestoken en is er zicht op een rijkgevulde presentatie van al wat we daar meemaakten. Jullie als trouwe bloglezers zijn natuurlijk van harte uitgenodigd op deze avond. Deze zal doorgaan op 2 oktober om 19u00.
Aangezien we niet echt een goed kijk hebben op hoeveel volk we kunnen verwachten, gaan we pas op zoek naar een locatie als we de reacties binnen hebben. We kunnen jullie al wel vertellen dat het zal plaatsvinden in de regio Beerse/Vosselaar/Turnhout.

Graag een seintje vóór 15 juli!

Mailen kan nog steeds naar frank.dehouck@gmail.com of fransenwouter@gmail.com.

Terug thuis

We zijn ondertussen terug veilig en wel thuis. En bij wijze van afsluit hebben we nog een allerlaatste videoverslag voor jullie. Geniet ervan!

Wrap-Up Argentinië

Terwijl buiten de grote eucalyptusbomen wuiven in de warme nazomerzon van Buenos Aires en porteños met brio flaneren langs hun bruisende avenida´s, loopt onze expeditie stilaan ten einde. Maar voor we defintief afscheid nemen, eerst nog een samenvatting van onze laatste bestemming: Argentinië!

Het was niet meer of minder dan een cultuurshock, om vanuit het straatarme Bolivië in de Noord-Argentijnse vlakten te arriveren. Blanke mensen, propere straten met klassieke gebouwen, recordprijzen, écht en veel vlees, Stella-bier, en zelfs een Carrefour – dit leek meer op Zuid-Europa dan op Zuid-Amerika. Die indruk is eigenlijk enkel nog maar bevestigd achteraf. Anderzijds heeft Argentinie een schitterende en rijke “Argentijnse” cultuur – kijk maar naar de filmwereld (zie onder). De natuurlijke pracht moet voor niets onderdoen, met een enorme bergketens, gletsjers, wouden, rotsen, zee en uiteraard – Ushuaia! Dat allemaal op respectabele afstanden van elkaar. Het is geen zeldzaamheid om 300 kilometer lang geen benzinepomp te zien… België is amper zo groot als de provincie Buenos Aires. Argentinië is gigantisch.

Tijd gespendeerd
28 dagen

Budget per dag
35 euro

Voornaamste vervoersmiddel
Auto. De Jos was een Renault Logan, zonder franjes, zonder scrupules, alles gehad, alles gezien, berustend, gelaten en verstoken van enige vorm van ambitie. Maar het was onze Jos. Betrouwbaar als een rots in de branding (die ene platte band niet te na gesproken), voerde De Jos ons maar liefst 9000 kilometer lang doorheen ongelooflijk woest niemandsland naar het einde van de wereld. Met de leeftijd kwamen de akkefietjes, zoals incontinentie (plots de helft van zijn benzinetank kwijt) en geurhinder (al kon dat ook aan de twee inslapende expediteurs liggen), maar De Jos was al bij al het perfecte vervoersmiddel voor de eindeloze, verlaten, vrije Patagonische vlakten. Het perfecte road-gevoel. Zalig.

Topper
Frank: De afbrekende ijsschotsen van de blauwe Perito Moreno -gletsjer
Wouter: Het einde van de wereld, amper 1000 kilometer van de zuidpool.

Flopper
Frank: De treinrit vanuit Tucuman naar Buenos Aires, vol schreeuw-baby´s, praatzieke en vervelende locals en amper eten.
Wouter: Twee dagen geparkeerd staan aan de Chileense grens met nachtmerries van Los Chiles (Nicaragua/Costa Rica) in het achterhoofd.

Het Argentinie-Moment
Frank: De eerste parilla (barbeque) in Cafayate, met een goed glas wijn en een lokaal concertje op de achtergrond.
Wouter: El Secreto De Sus Ojos, de nieuwste Argentijnse Oscar-winnaar voor Beste Buitenlandse Film met een hoop hedendaagse relevantie (zie MO-blog), kunnen gaan zien in Buenos Aires zelf.

Mission Accomplished

Duizenden kilometers, een stuk of tien vervoermiddelen, vele memorabele ontmoetingen, erbarmelijke en hilarische avonturen – het staat allemaal op de teller, nu we ons einddoel hebben bereikt: de vuurtoren aan het einde van de wereld. Ushuaia.

Nadat onze papieren dan vorige week uiteindelijk toch gearriveerd waren, konden we met onze goede vriend De Jos richting Vuurland trekken. Nog maar eens slapen in de auto leerde vooral dat ook De Jos zijn limieten heeft wat betreft isolatie en (jammerlijk genoeg) geur-absorptie-vermogen. Tijd voor een warme douche dus, die we konden genieten bij aankomst (eindelijk!) in Ushuaia! De outpost van de beschaving, op het randje van de Stille Zuidzee en op amper 1000 kilometer van Antartica, is op zich geen bijster mooi stadje. Havenstad (altijd interessant voor studenten, zou Francobollo zeggen), nogal wat industrie en voorts overtoeristisch en duur. Maar de pracht ligt buiten.

Vrijdag zijn we het Beagle-kanaal opgegaan, met een bootje richting ons uiteindelijk doel – de vuurtoren die al maandenlang bovenaan onze blog prijkt. Een vreemd gevoel om te beseffen dat we vanaf nu ook daadwerkelijk op de terugkeer zijn. Er is zoveel gebeurd op weg naar hier, zoveel momenten, mensen, anecdotes, ontmoetingen, die we niet mogen vergeten. Stof genoeg om ten gepaste tijden een vorm van voorstelling ineen te knutselen voor al wie ons verhaal eens in geuren en kleuren van dichtbij wil herbeleven.

Zaterdag een laatste keer met de rugzak de bergen ingetrokken, om te kamperen aan een meertje, hoog boven de vallei, net onder de sneeuwgrens. Gelukkig kwam de Firemaster in mezelf nog eens naar boven zodat we ons overvloedig aan een kampvuurtje konden warmen alvorens in onze superlichte slaapzakken te kruipen. Vandaag dan opnieuw in de hostel gearriveerd, om de innerlijke mens te spijzen. Naast het uitroken van gevluchte ex-nazi´s en het verorberen van de lokale veestapel, trekken we hier immers nogal wat tijd uit voor degustatie van de lokale wijnen. De volbrenging van Expedicion Bolivar is een feit – 17 maart in de vroege ochtend snuiven we terug Belgische geuren op. De verschroeide tarmac van Zaventem, om mee te beginnen.

Onze foto´s kan je natuurlijk ook weer hier bewonderen.

We zijn er bijna, maar…

… nog niet helemaal. Onze Jos is aan de grens afgekeurd wegens niet in het bezit van een originele autoverzekering voor Chili. Doembeelden van bureaucratische douaneperikelen aan de San Juan rivier en in Mexico City duiken spontaan op, terwijl we aan de grens vol ongeduld op de nodige papieren wachten. Ushuaia: 566 kilometer.

De Jos heeft ondanks zijn respectabele leeftijd intussen de façade van een puber met acne – met dank aan enkele honderden kilometers over de beruchte niet-geasfalteerde Ruta 40. Na Bariloche (vorige post) hebben we de steven zuidwaarts gewend, om vervolgens tenmidden indrukwekkende stofwolken over wijdse, woeste en verlaten landschappen te scheuren, Patagonië binnen. Patagonië, waar de horizonten oneindig zijn, de afstanden gigantisch, en de biefstukken groter dan het gemiddelde soepkieken in Vlaanderen. De mythes over Argentijns vlees blijken hier méér dan terecht. We hebben al in overvloed mogen genieten van onwerelds lekkere filets, lendestukken en pikante worstjes. Slapen doen we intussen ook geregeld in De Jos, die zijn simpel edoch verrassend comfortabel interieur daar graag voor ter beschikking stelt. Het komt van pas als de afstand tussen twee opeenvolgende boerengaten vaak meer dan 150 kilometer bedraagt. Eind vorige week gebeurde wat te verwachten was op de aartslelijke wegen in niemandsland – platte band. Gelukkig was het euvel snel verholpen en konden we de weg richting zuid verderzetten.

Het Parque Nacional Los Glaciares was onze eerste échte bestemming in Patagonië, een woestenij van bergen, meren, bossen en vooral gigantische gletsjers, op de grens met Chili. Daar mochten we op TV ook het nieuws over de aardbeving in het buurland vernemen – toch eventjes schrikken zo. In een Argentijnse stad waar we vorige week nog waren, zijn twee doden gevallen. Maar niks gebeefd dus, tenzij uit pure extase bij de aanblik van de Mount Fitz Roy. Die indrukwekkende rotspijler is een favoriet van klimmers over de hele wereld, maar wij hebben hem toch maar bewonderd vanaf het gletsjermeer aan de voet.´s Anderdaags richting Glaciar Perito Moreno: een ijsmassa van 50 kilometer lang, 5 kilmeter breed en 60 meter hoog, waar voortdurend enorme schotsen van afbreken en in het meer vallen. Zo´n natuurspektakels slagen een mens met absolute verstomming (zie foto´s).

Na nog een mooie wandeling met zicht op de toppen van Chili´s Torres del Paine, hebben we de bergen achter ons gelaten en koers gezet richting Chileense grens. Die moeten we immers over om tot in Ushuaïa te geraken (dat dan wel weer Argentijns terrein is – een mens kan het nogal verzinnen). Aan de grens mochten we daarnet dus vaststellen dat ons duur betaalde doorgangsdocument voor Chili niet aanvaardbaar is – De Jos zou daar onverzekerd en illegaal zijn. Omdat Chili geen OCMW´s telt die zich over dergelijke verloren zielen ontfermt en De Jos duidelijk nog niet rijp is voor het politie-depot, hebben we beslist de legalisering af te wachten. Die arriveert morgenochtend per express op de luchthaven van Rio Gallegos, waar we dus voor de deur de nacht zullen doorbrengen. In De Jos.

Vuurtorens, een mens moet er iets voor over hebben.

De laatste rechte lijn

“Komaan, Johan, heel die carriere nu samenballen in die ene krachtontplooiïng!” Met die legendarische woorden stuurde wielercommentator Michel Wuyts Leeuw Van Vlaanderen Johan Museeuw bijna 14 jaar geleden naar de wereldtitel in Lugano. Onze leeuw heet Jos. Maar legendarisch is zijn eindspurt nu al.

Een Renault Logan – in Europa beter bekend als Dacia Logan – dat is het karaktervoertuig dat we toebedeeld kregen als laatste in ons rijtje vehikels op weg richting Antartica. Geheel blij verrast als we waren door de exotische trekken, het robuuste karakter en de oerdegelijke uitstraling van onze nieuwste aanwinst, hebben we besloten om hem “Jos” te dopen. Ookal omdat “Bolivar III” er een beetje over ging.

Jos De Huurauto mocht maandagochtend meteen aan de bak bij het buitenrijden van Buenos Aires, een stad ter grootte van de volledige Kempen. Achter de voorruit plakten de slaperige koppen van Francobollo en Garibaldi – dodelijk vermoeid na meer dan 30 uur op de trein vanuit Tucuman in het gezelschap van twee schreeuwbabies en een ex-fascist met wraakneigingen. Niet te verwonderen dat de eerste uren doorbijten waren. Naar toen de hemel na de middag opklaarde en de stad plaatsmaakte voor uitegstrekte en eindeloze pampa´s, kwam de road-feeling dan toch opzetten. In die mate dat we diezelfde dag nog tot half twee ´s nachts hebben doorgereden.

Na een nachtje maffen in De Jos, langs de kant van de weg, waren we klaar om opnieuw van jetje te geven: 900 kilometer door steppe, woestijn en aarzelend oprijzende bergen tot in Bariloche. Nogal vreemd gevoel: we hebben nu een reis achter de rug die het equivalent is Turnhout – Zuid-Spanje in Europa, maar Argentinie zijn we enkel nog maar dwars doorgestoken – net begonnen dus. De humor in De Jos stijgt in evenredige lijn met de kilometerteller, vlotweg geïllustreerd met deze conversatie ter hoogte van het dorpje Mercedes:

    – Frank: Waar gaan we nu naartoe?
    – Wouter: Mercedes.
    – Frank: Nee, Renault. Whaaaaaaaaaaa.
    – Wouter: (vijf minuten later, bij het zien van een reclamebord voor Mercedes-Benz) Kijk, we zijn er al! Whaaaaaaaaaaaaaa.

Afin, ge moest er bij zijn. Alle gekheid op een stokje, rest ons de verontrustende vaststelling dat we nog drie weken te gaan hebben om Ushuaia te halen (en uiteraard ook terug in Buenos Aires te staan). De laatste rechte lijn richting Vuurtoren van het Einde van de Wereld, is ingezet. De Jos ronkt al bij het gedacht alleen.

Wrap-up Peru

Expedicion Bolivar heeft een vitesse of vijf hoger geschakeld, om tijdig de Patagonische vlakten én ons einddoel – de vuurtoren van Ushuaia – te halen. Minder dan 4 weken hebben we nog voor het gigantische Argentinië. Maar ondertussen niet vergeten dat we ook een maand lang memorabele avonturen beleefd hebben in Peru! Een samenvatting.

Peru is een land met duizend gezichten, zoals Mario Vargas Llosa, ´s lands grootste literaire monument, het zou zeggen. Besneeuwde Andestoppen, vochtige valleien, dorre woestijnen en rauwe hoogvlaktes – de natuur was niet zelden indrukwekkend. Toch loste het land van de Inca´s niet al onze hoge verwachtingen in. De mensen waren vaak terughoudend en stuurs, soms zelfs ronduit bot. De aankoop en verkoop van onze geliefde motor was een bureaucratische veldslag van formaat. En er was natuurlijk de onverwachte sluiting van Macchu Picchu. Gelukkig maakte het pure avontuur van drie weken rondscheuren over Peruaanse wegen op El Bolivar – met alle uitdagingen vandien – veel goed.

Tijd gespendeerd
30 dagen

Budget per dag
21.5 euro

Voornaamste vervoersmiddel
Motor. Boli was drie weken lang onze dikke vriend. Er zijn er weinig die het proberen – met een Chinese motor dwars doorheen de Peruaanse Andes van Noord tot Zuid. Maar het was méér dan de moeite waard. Geen enkel voertuig had ons toegelaten om op korte tijd zoveel verschillende streken en culturen op te snuiven én tegelijkertijd toch zo dicht betrokken te zijn op het landschap waar we doorheen reden. De tegenslagen mochten er zijn: kapotte achterrem, versleten ketting en tandwielen, half verkoolde piston in de cilinder en een ontregelde carburator. Maar dan toch bijna emotioneel worden bij de uiteindelijke verkoop 🙂 Over de merkwaardige vaststellingen die we vanop de motor konden doen met betrekking tot het Peru van vandaag de dag, kan je meer lezen op de MO-blog

Topper
Frank: De bergritten doorheen de Andes, snorrend langsheen uitgestrekte hoogvlaktes en hele kuddes vicuñas.
Wouter: Cuzco zien en sterven. De rit vanuit Abancay over de weggespoelde weg, doorheen de bergen en langs ravijnen en kapotte bruggetjes, was soms adembenemend.

Flopper
Frank: De melding dat Macchu Picchu definitief dicht was.
Wouter: Drie dagen doodziek in bed steken in Trujillo. Zelden zo hard afgezien.

Het Peru-Moment
Frank: De koffie van een lokaal cooperatief in Cenfrocafe, Jaen. Ronduit de beste koffie op de hele reis en een echte verademing.
Wouter: De vele verassende specialiteiten van de Peruaanse keuken: papas a la huancaina (zacht gekookte aardappelschijfjes in een pikante saus) , ceviche (rauwe vis, gemarineerd in limoensap en pepers), caldo de gallina (vullende kippenbouillon), etc.

En daarmee zijn we dus in Argentinië aanbeland. De aandachtige lezer met een beetje geografische oriëntatie zal zich terecht afvragen waar Bolivië heen is. Welnu, dat heeft ons welgeteld tweeëneenhalve dag gekost. We zijn een fameus inhaalmaneuver begonnen om onszelf nog wat extra tijd te gunnen in Patagonië – ongetwijfeld de moeite waard. Opmerkelijk intussen: zowel in Bolivië (carnaval in Oruro) als hier in Argentinië (Serenata de Cafayate) op korte tijd twee keer hét feestje van het jaar meegemaakt. Vooral carnaval – compleet met fantastische kostuums, 27 fanfares, schaars-geklede-vrouwen-met-pluimtooien en een gigantisch waterballonnengevecht – was een superfestival. Wegens de waterbalonnen zijn de foto´s schaars, maar hoe dan ook een kijkje waard. Nu gaat het met de trein verder richting Buenos Aires, waar we een auto gaan huren om vervolgens wellicht 8000 (!) kilometer Patagonische steppen te tackelen. Hasta luego!

Video-dagboek vanuit Puno

Na de succesvolle verkoop van onzen Boli zijn we in Puno aanbeland. Hoe dat allemaal verlopen is, kom je te weten met een eenvoudige klik op het video-verslag hieronder!

Bolivars Inca Trail

Zoals de aandachtige SPOT´er al in de mot had – we zijn in de hoofdstad van het Inca-rijk! De modderstromen van vorige week hebben van de tocht naar Cuzco echter een hels avontuur gemaakt. De kers op de taart van onzen Boli, die we hier allicht zullen verkopen.

Het begint vrijdag in Curahuasi al goed. “Cuzco? Nee, daar kom je niet”. “Tja… er is wel nog een oud bergpaadje, maar ging dat nergens anders heen?”. “Nee, bergpaadjes bestaan niet meer. Modderstromen hé”. “Toeristen? Zijn daar geen helikopters voor?” Afin, de meningen lopen uiteen. We peilen alles uit in Google Earth en besluiten het er, voor de zoveelste maal gezeten op ons 150cc-werkpaard El Bolivar, toch maar op te wagen. Na een halfuurtje over compleet verlaten asfaltwegen bereiken we het punt waar de weg ´weg´is – veranderd in de kolkende bruine massa van de Rio Apurimac. Daar duiken we links een modderweggetje in, dat al snel steil bergop begint te lopen. Gemiddeld 24% is de eerste kilometer, voortdurend over glibberige modder. Uiteraard mag Garibaldi van de motor om te gaan duwen, terwijl kompaan Francobollo met plankgas en veel plezier de bruine brij in het rond spuit 🙂

Wat daarna volgt is back-to-basics van het puurste soort. Terwijl een 4×4 zich achter (beneden) ons vastrijdt, klimt El Bolivar gestaag naar boven. De paadjes worden steeds smaller en de begroeiïng neemt toe. De afgedrukte plattegrondjes van Google Earth komen van pas, als de weg plots ophoudt en we links, dwars door verlaten ruïnes, de velden induiken. Even later wordt het pad nog smaller en voert langs schrikwekkende ravijnen en over wankele bruggetjes. Het moet jaren geleden zijn dat daar nog een mens met een voertuig gepasseerd is, maar El Bolivar houdt vol. Soms is het bibberen voor chauffeur Francobollo, die alle moeite van de wereld doet om de controle te bewaren. Moeten er nog foto´s zijn?

Na een welgekomen middagpauze in een klein indiaans dorpje, waar we met de hulp van de locals onze motor wassen – het slijk drijgt de versnellingsbak te verstoppen – bereiken we een iets grotere weg. Die voert ons uiteindelijk de berg af. Net achter de laatste weggespoelde stukken sluiten we terug aan op de hoofdweg, die 80 kilometer en een laatste bergpas verder in Cuzco strandt. We hebben het gehaald. Niet onbelangrijke tegenslag: Macchu Picchu blijkt onherroepelijk dicht te zijn wegens het noodweer. We blijven de situatie dagelijks checken, maar er lijkt weinig verbetering in de maak. Zolang de spoorweg en de bruggen niet gerepareerd zijn en er geen helikopters vliegen, zullen we de grootste Zuid-Amerikaanse attractie niet te zien krijgen.

Cuzco zelf is anders wel de moeite. We zitten gelogeerd in de excentrieke San Blas-wijk, in een smal steegje met hobbelige kasseien en prachtige koloniale geveltjes. Het centrum hier is een vreemde maar toch harmonische combinatie van de welbekende gigantische Inca-blokstenen en elegante Spaanse architectuur. In die setting proberen we, vooralsnog zonder veel succes, ook onze motor te verkopen. Zelf gaan we binnenkort door naar Bolivië, maar Boli zal die reis niet meer meemaken. Hopelijk vinden we snel een koper en hoeven we het emotionele afscheid niet nodeloos lang te rekken 🙂

Atlantis in de Andes

Cuzco is een verdronken stad. Zoveel is duidelijk als je Peruanen hoort weeklagen over het lot dat hun culturele hoofdstad beschoren is. De stortregens van de voorbije weken, die naar verluidt ook het VRT-nieuws bereikten, hebben Cuzco op een eilandje gezet. Afwachten of onze 14 paardekrachten-sterke Bolivar ook kan zwemmen!

“Prut.” Dat zei Boli gisteren na 315 kilometer zwaar labeur over enkele Andespassen richting Abancay. En toen was het gedaan. Zoals Frank in zijn vorige post al vermeldde waren we een dag of drie voordien nochtans nog bij de motorreparateur geweest. Daar was onze Sumo Braho voorzien van een nieuwe cillinder, zuigerringen en bougie. Maar toch liet de motor het woensdagmiddag iets na vieren dus opnieuw afweten. Aangezien er geen reparateur in de buurt was en pechverhelpingsdiensten hier onbestaande zijn, mocht dat een probleem heten.

Het was anders al mooi geweest, de twee dagen voordien. Blij dat we na een vierdaagse in de woestijn onze stoflongen nog eens konden luchten in de bergen. Vanaf Nazca, waar we nog snel de befaamde Nazca-lijnen meepikten, ging het dwars door de Andes richting Puquio. Daags daarna opnieuw 8 uur op de motor, nu over ongelooflijk ruige hooglanden en door adembenemende kloven, vaak over de 4000 meter – bekijk zeker de foto´s! Maar op de figuurlijke boogscheut van onze eindbestemming gaf onze trouwe vriend El Bolivar er dus de brui aan. En zelfs Francobollo met zijn garagisten-kwaliteiten kreeg hem niet terug aan de praat.

Na een vruchtbare brainstorm met twee geïnteresseerde wegenwerkers, vonden we er niet beter op dan de eerstvolgende collectivo tegen te houden. Denk: Nissan-busje vol bankjes om ongekende hoeveelheden Peruanen in te stouwen. Meer geen Sumo Braho. “No hay problema”, zei de bereidwillige chauffeur echter, en even later hadden we onze Bolivar met zijn achtersteven dwars in het busje geduwd. De voorkant stak nog buiten, maar die werd dan maar met touwen aan het dakrek gehesen. Vamos! De chauffeur zette ons twintig minuten later af bij een kennis/reparateur, die in geen tijd een kapotte ring uit onze carburator toverde. Bolivar was weer eens op weg geholpen.

Het duurde echter niet lang voor de volgende uitdaging zich opwierp. Stortregens hebben hier onlangs het leven gekost aan tientallen mensen en duizenden dakloos gemaakt. Ook Macchu Picchu liep onder en op de Inca Trail zijn enkele avonturiers verongelukt, wat ons eerder al enkele ongeruste mailtjes opleverde (bij deze: no panic!). Het punt: in één tijd blijkt ook de weg van hier naar Cuzco verwoest te zijn. Er zijn enkele helikopters geweest, maar voor die luchtbrug komen we te laat. “No pasarán”, klonk het overal. Tot ze ons vanmorgen op de Civiele Bescherming vertelden dat er een pad zou bestaan, dat vanaf de verwoeste weg de bergen in leidt richting Cuzco. Voor avontuurlijke voetgangers, maar gisteren zou er ook een 4×4 over geraakt zijn. Dan moet dat voor El Bolivar ook lukken. Vrijdagochtend gaan we proberen. Onze poging is traditiegetrouw LIVE te volgen via de SPOT-pagina, vanaf 14 uur Belgische tijd allicht. Bescheiden weddenschappen op onze overlevingskansen zijn toegelaten, mits 10% commissie uiteraard 🙂