We zitten te ontbijten op een natuurstenen boord, de voeten bijna bungelend over het magnifieke vulkaanmeer van Atitlan, dat de vroegste zonnenstralen weerspiegelt in een peilloos diepe regenboog. En plots verschijnt vanuit het niets een maya-gezinnetje op de steiger, de vrouw in traditionele geweven huipile. Ze knielen op de rand en beginnen zachtjes te bidden. Enkele ogenblikken lang kan je de magie vanuit de diepten van het water voelen opborrelen.
Onze laatste dagen hier zijn gekleurd door dergelijke spirituele eigenaardigheden. De Maya`s zijn weliswaar bekeerd tot het christendom, maar hun hart huist bij een veel ouder en dieper geloof in de krachten van de natuur. En dat merk je overal. Zondag waren we in Chichicastenango op de grootste indiaanse markt in Centraal Amerika. Een kaleidoscoop van kleuren, geuren, mensen, kreten, smeekbedes, etenswaren en nog zoveel meer. Op de trappen van de Santo Tomas kerk stonden priesters met wierrook te zwaaien, maar binnenin waren nog meer vreemde taferelen te bewonderen. In alle uithoeken van de kerk stonden groepjes kaarsen, met daarbij mensen in pure devotie op de grond. De Maya´s geloven dat de zielen van hun overledenen in de kerk huizen. Op een heuvel buiten de stad zagen we een man onder leiding van zijn sjamaan op blote knieën door de brandende kolen kruipen.
Na een nieuwe Chicken Bus-rit van Chichi naar het Lago Atitlan, mochten we gisteren iets gelijkaardig bewonderen. In het dorpje Santiago hadden we de eer om een dienst voor Maximon bij te mogen wonen. Maximon is een oude mytische god van de Maya´s, die de katholieke kerk nooit helemaal heeft kunnen uitroeien. Zijn beeld stond in een onbetekend huisje langs de straat, maar na een zoektocht te voet, konden we toch aankloppen. Eenmaal binnen werden we letterlijk bewierrookt alvorens Maximon te aanschouwen, een houten beeld, dat voortdurend sigaretten en alcoholische dranken wordt gevoederd. De overschot is voor de sjamaan en zijn cofrades, die dan ook behoorlijk in trance geraakten. Een bevreemdende maar heel intrigerende ervaring.
Dat kan je trouwens zeggen voor het hele Lago Atitlan, door velen bestempeld als het mooiste meer ter wereld, ingesloten door zachtglooiende groene hellingen en drie reusachtige vulkanen. Die konden Frank en ik uiteraard niet links laten liggen. Vanochtend dus vóór dag en dauw het meer op richting San Pedro, om er de gelijknamige vuurspuwende berg te bedwingen. Francobollo mocht er zijn gloednieuwe schoenen meteen warmlopen, op wat een 1200 meter hoge, 3 tot 4 uur durende, best zware klim heette te zijn. Onder leiding van onze berggids (en -geit) Manuel deden we er uiteindelijk 2 uur en 15 minuten over, over de met jungle begroeide wanden tot op de rand van de krater. Het uitzicht was overdonderend. Foto´s vind je trouwens alweer online!
De geesten van het meer achtervolgen ons trouwens tegenwoordig ook ´s nachts – daarvoor zorgt Mike, vriend van de familie van de eigenaars van de camping waar we voor het eerst onze tent hebben opgeslagen. Mike, net als Popi een sinds lang uitgeweken Amerikaan, praat in termen van “Monkeys, cats and dogs – I believe it all works in triangles”, “My genetic code tells me to wait for the return of Saturnus” en “I just feel like connected to extraterrestrials”. In tegenstelling tot zijn 5 broers heeft hij naar eigen zeggen echter beslist normaal en bínnen het ´systeem´ te blijven. Benieuwd wat díe kerels dan zoal hebben bedacht.
Read Full Post »