Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘El Salvador’

Na de laatste kilometers door de bloedhete vlakte van El Salvador hebben we onze trouwe fietsen verkocht ( aan verrassend goede prijzen!) en het roer richting Nicaragua gedraaid. Tijd voor een overzichtje van Honduras!

Honduras is banana-land. Je hebt ze in alle kleuren, smaken en formaten – en ze kosten amper iets. Maar Chiquita raken we vooralsnog niet meer aan. De welbekende ´blauwe´banaan is erfgenaam van de beruchte United Fruit Company, die van Honduras tijdens de laatste eeuw een half VS-protectoraat en straatarm land heeft gemaakt. Beide kwalificaties gelden trouwens ook voor El Salvador. En als de VS dezer dagen de sleutel in handen heeft voor de oplossing van de politieke crisis in Tegucigalpa, na de coup van juni 2009, dan heeft dat veel met de UFC te maken. Meer weten over onze ervaring van de crisis in Honduras en de afhankelijkheid van de VS? Lees dan De Vloek van de Bananenrepubliek op de Wereldblog van MO-magazine.

Tijd gespendeerd
23 dagen

Budget per dag
13 euro

Voornaamste vervoersmiddel
Fiets. Het fietsen was een trage en dodelijk vermoeiende maar erg voldoeninggevende bezigheid. Heel anders dan bij de Guatemalteekse chicken busses, kwamen we véél meer in contact met gewone mensen, druk bezig om er het beste van te maken tenmidden de chaos. Pablo, de koffieboer uit de heuvels boven Copan; Will, de Amerikaanse missionaris die een weeshuis aan het bouwen was bij Veracruz; en talloze andere naamloze figuren die zoveel hilarische, tragische of zelfs schokkende, beelden en gesprekjes opleverden. No man´s land over richting El Salvador was een vrij avontuurlijke onderneming, maar werd toch succesvol afgerond. De lijn van het avontuur gaan we doortrekken in Nicaragua – per kano!

Topper
Frank: de week ´rust´ in Copan, met ruimte voor de taallessen, tijd voor een gazet, waardevolle uitstapjes en een superverblijf in de Iguana Azul
Wouter: de mistige natuurpracht van de Cerro Las Minas, bovenin het Parque Celaque – puur primitief avontuur!

Flopper
Frank: de ´cutweg´ naar het Parque Celaque, vol met putten, rotsen, kuilen en modder. Dat was er écht teveel aan op de fiets.
Wouter: uitgehongerd en moe afdalen naar Gracias van de Cerro Las Minas, veel te weinig en slecht eten krijgen en dan veel te veel betalen in een would-be alternatieve eco-tourist keet.

Het Honduras-Moment
Frank: midden in no man´s land tussen de Hondurese en Salvadorese grenzen tegengehouden worden door een cowboy die ons in galop tegemoet komt, zijn paard dwars over de weg parkeert en vervolgens onze drinkbus frisdrank opeist. Absurd!
Wouter: het onverwachte maar heerlijke avondmaal bij Doña Alejandra aan de voet van het Parque Nacional Celaque. Pikdonker zonder elektriciteit, maar redelijk mystiek door het schijnsel van het vuur.

Read Full Post »

Regen, kou en een strakke wind – onze laatste dagen waren niet meteen wat je zou verwachten van landen met exotische mamen als Honduras en El Salvador. Na enkele dagen in no man´s land, leerde een opengeslagen krant ons vanmorgen de naam van de klimatologische kater: Ida.

De orkaan Ida zelf zijn we gelukkig niet tegengekomen, maar de ongewoon barre omstandigheden van de voorbije dagen waren klaarblijkelijk wel een restant van de tropische storm, die in El Salvador alleen al meer dan 140 doden heeft geëist. Het grillige weer vormde op zich nog wel een passend toneel voor onze driedaagse trip naar de Salvadorese grens. Na de burgeroorlog hier is de grens met Honduras betwist; El Salvador heeft er geen grenspost geïnstalleerd. De vijf kaarten die we raadpleegden, vertoonden stuk voor stuk andere wegen, dorpen, afstanden en grenzen. Zondag vertrokken we in een dikke mist, over wat het laatste stukje geasfalteerde weg zou worden.

Zondag in de late namiddag klommen we naar de 2000 meter hoogte, intussen over aardewegen. De mountainbikes, die het totnogtoe goed volgehouden hadden (een zadelbreuk en enkele slepende remmen waren de voornaamste problemen), kraakten onder de stijgende procenten. Toen we in de late namiddag in de stromende regen de duisternis tegemoet reden en nog geen zicht hadden op La Esperanza, hebben we beslist om eieren voor ons geld te kiezen en een pickup tegen te houden. Toegegeven, we hebben dus 20 kilometer vaslgespeeld en niet gefietst – maar geen mens die daar na de warme douche ´s avonds nog spijt van kon hebben.

Maandagochtend begon alweer overtrokken, maar op weg naar Marcala – opnieuw met een 15-kilometerlange klim over een gestolde modderstroom (“weg” was hier echt niet langer gepast) – klaarde de zaak wel op. Tenmidden de natuurpracht trokken we over een nieuwe bergketen naar Marcala, de outpost van de Hondurese beschaving. We konden er gelukkig ons tentje pitchen in de tuin van Oscar, een vriendelijke Hondurees die zomaar langs de weg was gestopt met zijn pickup om een praatje te doen. We blijven de locals verbazen op onze volgepakte fietsen! Het zelfbereide avondmaal van rijst met ei, worstjes en bakbanaan deed weer eens méér dan deugd.

De resterende 52 kilometers naar Perquin in El Salvador, hadden nog heel wat ontberingen in petto: opnieuw “cut-weg” (om het met francobollo te zeggen), mist en heel wat wind, maar dat zorgde ook voor een vreemde, mysterieuze sfeer. Toen rond 14 uur de laatste bergen overwonnen waren en de hemel opklaarde, kon het echter niet meer stuk. De Hondurese douane-beambten, een absurd zicht met hun eenzame slagboom tenmidden de wildernis, konden hun ogen niet geloven bij de aanblik van onze bemodderde gezichten. Een tocht door letterlijk no man´s land, het is een speciale ervaring.

Van Perquin, onze huidige verblijfplaats, is ongeveer iedereen wél zeker dat het in El Salvador ligt. Vanmorgen hebben we hier het Museo de la Revolucion bezocht. De aan flarden gescheurde restanten van een Amerikaanse helikopter net voor de deur, laten er geen twijfel over bestaan: hier zijn weer gringo´s aan het werk geweest. Net als in Guatemala in 1956 (zie eerder) en zovele andere landen, achten de VS begin jaren ´80 de tijd rijp om ook in El Salvador tegen de “communistische zondvloed” te komen vechten. Met hun steun vocht het Salvadorees leger een bittere strijd uit tegen de rebellen van het FMLN. En die strijd was het meest gruwelijk in en om Perquin, basis van de rebellen. Hele dorpen werden uitgemoord, kinderen afgeslacht, vrouwen verkracht en culturen verwoest. In de laatste zaal van het Museo een trieste guerilla-troffee op een verweerde staander: een Belgisch machinegeweer van FN uit Herstal. Toch even slikken; niemand gaat vrijuit.

Read Full Post »

El Salvador of niet?

Ik ben er een tijdje over aan het denken geweest en ik moet zeggen dat ik er nog niet uit ben. Moeten we El Salvador opnemen in het programma of niet? Het is als enige land niet opgenomen in mijn Handboek voor de Avontuurlijke Reiziger in Midden-Amerika. Het heeft ook het hoogste moordcijfer in Midden-Amerika, 55 moorden per 100 000 inwoners (iets van een 1.5 in België, dacht ik). Tien jaar geleden was de hoofdstad de op één na gevaarlijkste stad op het westelijk halfrond.

Bovendien lijkt het landje niet meteen meer troeven te hebben dan de omliggende staten. Zon, zee, strand en een bruisend nachtleven zijn zowat de meest geciteerde doelstellingen van de Salvadoriaanse toerist. Dieusart noemt de hoofdstad “een rokende krater” en de inwoners “een agressief volk”. Not my cup of tea. Wat jij? Ik schuif alvast de Guatemalteekse reisweg wat naar het noorden. Zo kunnen we de grens over ter hoogte van Copan, Honduras – één van de grootste mayasites. Tis maar een voorstel hé.

Read Full Post »